Zelfregulerend leren is de mate waarin leerlingen op het gebied van metacognitie, motivatie en gedrag actief participeren in hun eigen leerproces.
Leren betekent dat leerlingen zich nieuwe kennis, inzichten en/of vaardigheden eigen maken. Een deel van dit leren verloopt automatisch en onbewust. Denk aan een kind dat als vanzelf lijkt te leren praten. Het praten komt echter alleen tot stand als het kind zich in een voldoende stimulerende omgeving bevindt (een omgeving waarin anderen ook praten) en als zijn hersenen er “klaar” voor zijn.
Ook op school kan het lijken dat leerlingen “als vanzelf” leren. Alleen bij leerlingen die slecht presteren, valt op dat leren lang niet altijd vanzelf gaat. Dit geldt echter ook voor de leerlingen die wél voldoendes halen: Zij kunnen wellicht veel beter. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat veel leerlingen onderpresteren zowel in het basis- als in het voortgezet onderwijs.
3 workshops trainen van docenten
Leerlingen maken gebruik van een digitaal systeem en een fysiek programma
De digitale training wordt gekoppeld aan het schoolsysteem
Digitaal programma: 4x een lesuur
Een verdieping van het digitale programma, gegeven aan de leerlingen door docenten
Leerlingen groep 7 en 8 basisonderwijs en onderbouw (speciaal) voortgezet onderwijs
Mogelijkheid tot flipped classroom. Flipped classroom wil zeggen dat de training als huiswerk individueel door de leerling gemaakt wordt en tijdens het zelfregulerend lesuur wordt er op belangrijke onderwerpen ingegaan door middel van fysieke elementen.
Halverwege de training volgt er een overzicht voor de mentoren van de digitale lessen die gemaakt zijn door de leerlingen. Het veerkracht van de leerlingen wordt hierdoor zichtbaar.
De evaluatie met de docenten wordt ingepland na de laatste digitale en fysieke les
Kan je uitleggen welke verschillende manieren er zijn om iets te leren,
Kan je aangeven wat je makkelijk of lastig vindt aan een taak en waarom je dat vindt.
Kan je gestructureerd werken: een nette werkplek en een zorgvuldig bijgehouden agenda.
Kan je jouw leerwerk spreiden voor een toets.
Kan je om hulp vragen als je vastloopt.
Kan je jouw antwoorden controleren voordat je ze inlevert
Kan je nadenken over een beoordeling over hoe je het de volgende keer gaat aanpakken, wat er beter had gekund of de volgende keer anders moet,
Kan je uitleggen welke stappen je moet nemen om iets te onthouden.
Kan je uitleggen wat voor jou de best of snelste manier is om een taak af te ronden en hoe je dingen het beste onthoudt.
Kan je inschatten hoeveel tijd een taak kost.
Kan je jezelf tijdens het leren vragen stellen.
Kan je jouw planning uitvoeren.
Kan je na een toets een redelijk beeld vormen van hoe je een toets hebt gemaakt.
Kan je in jouw eigen woorden een samenvatting van de leerstof maken.
Kan je gebruik maken van ezelsbruggetjes of zelf ezelsbruggetjes maken.
Kan je een samenvatting van de leerstof maken, kan je kort vertellen wat de rode draad in de stof is.
Kan je doorwerken, ook als dat lastig is.
Kan je je best blijven doen, ook als je de lesstof niet zo leuk vindt.
Kan je actief naar materialen zoeken die nodig zijn voor jouw taak.
Kan je een medeleerling uiteggen hoe iets zit.
Kan je een taak afmaken, ook als het moeilijk wordt.
Kan je met weinig aanmoediging aan de slag gaan.
Wil je nog meer weten of heb je vragen?
